Project baby #6: Oh wat een jaar…

Goedemiddag fijne mensen en welkom bij de zesde update in de categorie ‘Project baby’, waarin ik je meeneem in ons fertiliteitstraject. Het is vijf maanden geleden dat ik de laatste update schreef, waarin ik vertelde over de eerste terugplaatsing; wat een fantastische ervaring was, maar die helaas niet tot zwangerschap leidde.

Vandaag wil ik je weer eens meenemen in waar we nu staan in ons traject, zo veel maanden later. Ik neem je mee in een terugblik op het afgelopen jaar en neem je mee in een stukje toekomstperspectief. Maar eerst: hoe begon het ook alweer allemaal?

Dit wordt ons jaar
Ongeveer een jaar geleden, op 28 december vorig jaar, schreef ik de eerste project-baby-update. Daarin vertelde ik dat Jan en ik totaal onverwacht in een fertiliteitstraject terecht zijn gekomen in onze weg naar het krijgen van een kindje samen. Ook vertelde ik je dat we dubbel pech hebben; ik heb een onregelmatige cyclus als gevolg van pcos en Jan heeft geen zaadleiders. Project baby werd traject fertiliteit en in het Erasmus MC kwamen we terecht in een ICSI-behandeling. Toch waren we positief gestemd; ja het wordt een pittig jaar met een tijdrovend en energieslurpend fertiliteitstraject, maar we voelden allebei dat we dit aankunnen. Dit wordt ons jaar!

De operatie en voor het eerst hormonen
Door zelf assertief te zijn konden we sneller dan verwacht in het ziekenhuis terecht voor de operatie van Jan. In plaats van vijf maanden wachten i.v.m Corona, kon Jan in maart al onder het mes. YES!

Na een goed herstel én een goed resultaat van de operatie (we hebben zaad, woeeehoeeee!) was de beurt aan mij; in mei startte ik met het hormoontraject dat hoort bij een ICSI-behandeling. Maanden later weet ik er het fijne niet meer van, maar wat ik me voornamelijk herinner is dat ik het helemaal niet erg vond. Het spuiten niet, de hoeveelheid prikken niet, de hormonen zelf niet. Ik voelde me over het algemeen echt vrij geweldig, met hier en daar wat moodswings die een paar weken aanhielden. Vooral voordat de punctie plaats ging vinden, was m’n humeur grimmig. Maar overall herinner ik me een fijn gevoel.

Wat me ook heel erg bijgebleven is, is de tijd die je kwijt bent met zo’n traject. Met onze casus (dubbel pech) kan je alleen in Rotterdam, Amsterdam en Nijmegen geholpen worden. Waar in Amsterdam de wachttijd echt extreem was en Nijmegen gewoon écht te ver, zijn we in de eerste maanden van ons traject echt moeilijk vaak naar 010 afgereisd met de auto. Altijd een uur heen, altijd een uur terug. Altijd met een hoofd vol informatie. En dat op z’n hoogtepunt wel een paar keer per week.

Voor ons was dat niet zo’n probleem: we hebben zelf een auto, Jan z’n werk is flexibel en ik ben eigen baas. Bovendien is iedereen in onze omgeving op de hoogte van ons traject en snappen ze het dus heus als we daar tijd aan kwijt zijn. Toch heb ik ook contact gehad met veel lotgenoten via Instagram, die in een heel andere situatie zitten. Die het niet verteld hebben aan hun werkgever of omgeving. Die geen eigen vervoer ter beschikking hebben. Die in het Noorden van het land wonen. Man, dan is zo’n traject nog wel ff een tandje intenser.

De punctie
Op 14 mei was het zo ver; Jan z’n zaad lag veilig in de vriezer, maar mijn eitjes moesten nog verzameld worden. Tijd voor de punctie! Een bijzondere ervaring waarvan ik me vooral de chillheid van de morfine herinner (ik was helemaal stoned) en de pijn achteraf. De punctie zelf vond ik prima. Leuke ervaring zelfs wel. Maar naderhand had ik bizar veel pijn. Gelukkig ging dat snel over en was het echt prima te doen, maar toch zou ik voor een volgende punctie me wel weer even schrap moeten zetten.

Het belangrijkste van de hele toestand was echter dat de punctie vét goed was gegaan. Ze hadden 29 eitjes aangeprikt, waarvan 22 goed waren. En nadat die gematcht waren met Jan z’n ontdooide zaadcellen, hadden we maar liefst 8 goede embryo’s in de vriezer liggen. Een bizar goed resultaat. Woehoe!

De eerste terugplaatsing
Een paar weken moest ik herstellen van de punctie en dus kreeg ik geen ‘verse’ terugplaatsing. Alle embryo’s belandden in de vriezer, tot het moment van de eerste terugplaatsing. Dat was op 8 juni. En het was GEWELDIG. We waren omringd door vrolijke artsen en verpleegkundigen, de ingreep ging super snel voorbij, het was compleet pijnloos en echt p r a c h t i g om te zien. Via een uitwendige echo kijk je mee op een scherm naar hoe een bevrucht eitje in je baarmoeder wordt geplaatst. En je ziet alles. Als een soort lichtpuntje dwarrelt het eitje naar z’n plekje; klaar om te nestelen. Wauw!

Life happens while you’re busy making other plans
En toen braken er twee weken aan van wachten… Je moet je gedragen alsof je zwanger bent (qua eten, drinken, bewegen) en ik probeerde aan alles in mijn lijf te voelen of ik zwanger was. Of het bleef zitten. En voelde al vanaf het eerste moment dat dat niet zo was. Ook al was ik optimistisch, hoopvol én vol vertrouwen; ik wist meteen al dat ik niet zwanger was.

En toen ik twee weken later op een woensdag ongesteld werd, wisten we het zeker. De eerste terugplaatsing, hoe mooi die ook was, hoe goed de omstandigheden ook waren, hoe veel pech we in dit traject eigenlijk al hadden gehad, hoe optimistisch we ook waren, was niet gelukt.

En echt verdrietig erom waren we niet. Vooral omdat ik aan alles had gevoeld dat het niet zo was en m’n menstruatie daardoor vooral voelde als bevestiging van wat ik al wist. Maar ook omdat life happend, while we we’re busy making other plans. Een dag na de negatieve zwangerschapstest, zetten we namelijk voet in de bouwval. Toen nog het vervallen huis van een oude dame die een paar maanden eerder was overleden. Maar ook al het droomhuis dat Jan en ik altijd voor ogen hebben gehad. In de stad. Groot genoeg voor een tof gezin. Met enorme achtertuin. Zon. Dicht bij het strand. Vrij uitzicht. Oude stijl. Dit móesten we hebben.

Toen we twee weken later een enorm bod op tafel legden voor de bouwval en een uur later gebeld werden dat we de eigenaren waren van een klushuis bij ons in de straat, we wisten we; project baby gaat terug de vriezer in.

Een paar maanden
In eerste instantie dachten we project baby een paar maanden uit te stellen. Ik vond het zonde om twee van zulke grote dingen (een bouwval verbouwen en een zwangerschap) allebei met halve aandacht te doen. Ik wilde beide traject volop beleven. Dit was in juni van dit jaar.

Inmiddels weet ik heel goed hoeveel impact zo’n verbouwing op je leven heeft; hoe intens het is om weekend na weekend een huis tot de grond toe te slopen, terwijl je door de week gewoon aan het werk bent en in de avonduren beslissingen neemt over puien, isolatievloeren en keukens.

Waar ik in juni nog dacht dat we het een paar maanden zouden uitstellen, zijn we het inmiddels roerend met elkaar eens: project baby pakken we pas weer op als we in het nieuwe huis wonen.

Een geluk bij een ongeluk
En gelukkig kan dat ook. We hebben al zo’n groot en intensief deel van het traject doorlopen, nu komt het gedeelte waar wíj de controle over hebben. Er liggen nog 7 goede embryo’s op ons te wachten in de vriezer en die kunnen daar – als het moet – nog jaren liggen. We hoeven het ziekenhuis maar te bellen dat we weer willen beginnen en een paar weken later kan ik alweer een terugplaatsing krijgen. En dan kan het zomaar raak zijn hè? Ik geloof dat de kans dat de terugplaatsing lukt 1/5 is, dus je zou denken dat we met nog 7 terugplaatsingen in het vooruitzicht, wel goed zitten. Het zal vast een keer lukken.

Tegen die tijd hebben we een fantastisch huis op de begane grond. Een huis waar ruimte is ingetekend voor een kinderwagen. Waar rekening wordt gehouden met kindjes die in bad moeten. Een huis waar genoeg ruimte is voor baby’s, kleuters en pubers. Waar flesjes melk opgewarmd kunnen worden in de speciaal daarvoor ingetekende magnetron. Waar buiten gespeeld kan worden.

Ik heb het behang van de babykamer al uitgezocht, hahaha.

De toekomst
Met oud en nieuw gaan Jan en ik altijd even naar zee om de laatste zonsondergang van het jaar te zien. Ik weet nog dat we in 2019 over de zee uitkeken met het idee ‘Ooooh stel dat we hier volgend jaar gewoon met z’n drie staan!’. In 2020 werd dat ‘Wow dit jaar gaat gewoon in het teken van een fertiliteitstraject staan, wie had dat gedacht?’. En dit jaar wordt weer zo anders.

Ik hoop dat ik volgend jaar zwanger ben.

En ook al hoop ik dat al drie jaar op rij, ik heb er nog steeds vertrouwen in.

Ik weet wel zeker dat ik niet volgend jaar december met een babytje in m’n armen sta. Dat gaan we niet redden. Maar we wachten geduldig af. Ik ben blij dat ik nog relatief jong ben. Dat we snel achter onze fertiliteitsproblemen waren. Dat we er altijd allebei bovenop hebben gezeten. Letterlijk en figuurlijk ;-).

Tot nu toe heeft het fertiliteitstraject ons echt best wel veel gebracht. Nog niet het kindje waar we zo op hopen, maar wel een lange aanloop naar ouder worden. We zijn allebei (!) veel meer betrokken bij een komende zwangerschap, dan misschien het geval was geweest als het bij ons wel op de natuurlijk manier gelukt was. Bovendien hebben we allebei – maar ik vooral- veel meer tijd gekregen om te wennen aan het idee. Ik wilde nooit kinderen. Met Jan wilde ik opeens wel kinderen, maar dat maakt het idee van kinderen krijgen en daarmee een heel groot deel van je vrijheid inleveren, niet minder eng. Regelmatig heb ik in november 2019 gedacht hoe fantastisch het zou zijn als het in één keer raak zou zijn, maar vaak zat heb ik ook gedacht ‘oh mijn goddddd ben ik er wel klaar voor, van mij mag het nog wel twee jaar duren!’.

Nou, inmiddels zijn we twee jaar verder en is er bij mij ook echt wel veel veranderd. Ik heb opeens veel meer de babykriebels dan ik eerder had. Ik zie het veel meer voor me. Mede door het huis wat we aan het bouwen zijn, maar vooral doordat er iets in m’n gevoel veranderd is en ik kan niet de vinger erop leggen, wat dat precies is. Maar dat hoeft ook niet.

Volgens mij kan ik voor ons allebei spreken dat we vet veel zin hebben in het komende jaar. Het zal toch wat zijn als het huis klaar is, we daar fijn wonen en ik dan ook nog zwanger blijk ergens in het najaar? Man, er kan zó veel veranderen in een jaar tijd. Ik ben ZO benieuwd!

Volg mijn leven op Instagram
Daar deel ik dagelijks alles wat ik meemaak in mijn leven. Van stories over thuiswerken, ons fertiliteitstraject, koken, knuffelen met Morris en poes Teddy en DIY projecten in huis, tot m’n outfit of today en heel veel tips om het leven zelf leuk te maken #zelfdeslingersophangen. Je vindt me als @Lterveld op Insta!

Volg mijn recepten via Facebook
Op Facebook deel ik iedere dag 2 recepten. Zit je zonder inspiratie? I’m your girl! Volg Gewoon wat een studentje’ s avonds eet op Facebook en je zal nooit meer zonder inspiratie zitten!

22 reacties op “Project baby #6: Oh wat een jaar…

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *